Naar beneden

Spelen met vuur

 

Vuur is handig. De mens heeft geleerd het kunstig te bedwingen en in wapens, kachels, machines en motoren zijn werk te laten doen. Met die gereguleerde kracht hebben we onze levensstijl gigantisch verrijkt. Maar het vuur gaf zich niet zo snel gewonnen, via een achterdeur − de emissies − heeft ze ons nu in een massieve ratteval gemanouvreerd.

Afgelopen jaar liet ze onbeschaamd haar gezicht zien. Dit (Siberië, Amazone, Midden-Afrika, Californië, Australië) waren geen branden meer, dit waren ontploffingen. David Ritter omschrijft het als 'kruitvat-condities' die bij ontbranding een acuut inferno veroorzaken, omdat elke vertraging er uit gestoomd is . Droogte, hitte, wind, ruzie en expansie waren de ontstekingen achter die ontembare vuurexplosies. Ruzie en expansie, vraagt u? Ja, naast barbecue's, smeulende mest- en afvalhopen,  kortsluitende bedrading, nonchalante gewoonten, rail- en wegverkeer, en agrarische/bosbouw machinerie − zie hier AU-percentages − speelde de sociale dimensie ook een belangrijke rol. Overal zijn belangen, is haat, en smeulende rancune. Brand is bij locals niet alleen een belangrijk en gemakkelijk middel om landschap naar je hand te zetten, op te schonen, op de schop te nemen, maar vanouds ook een belangrijk aanvals- en verdedigingsmiddel tussen leefgebieden van boeren, dorpen, en regio's. Als die leefgebieden door klimaatdegradaties onder druk komen te staan, wordt het gebruiken van vuur, zeker bij gunstige wind − richting 'hullie' dus − extra interessant. Bij de recente graanbranden in Irak werd dat nog ruiterlijk toegegeven, elders heet het vergoeilijkend 'backfire', of 'de savanne open houden', of 'gecontrolleerd afbranden', of 'ontginning'. Journalisten en burgers laten zich nou eenmaal graag in de zak schijten.

Laten we ons echter niet vastbijten in details, maar de gehele vuurzee overziend toegeven dat we dit jaar volslagen overrompeld zijn door de explosiviteit van de klimaatdynamiek. Aan wat er momenteel in Australië gaande is, kunnen we dit toelichten. Alle aspecten van de menselijke leefsituatie donderen daar over elkaar heen in puin door droogte, vuur, en hitte. Heftige hitte tot vijftig graden brengt steeds meer mensen in levensgevaar. Door absurde droogte verworden de toplagen van vruchtbare gebieden tot stofstormen, talloze boeren laten kuddes slachten vanwege voer- en watergebrek, en werkgelegenheid stort in. Niet meer te tellen branden verdrijven mens en dier, verwoesten woningen en boerderijen, verstikken en verbranden grote veekuddes, en verpesten de leefsituatie van aanliggende steden. Geen wonder dat het plaatselijke en toch al niet misselijke klimaatprotest nog heviger aanzwelt:

"Our patience is running out. We ask our leaders: do what you were elected to do, take control and show leadership. If not, get out of the way so other people can save our country.",

en haar woede begint te koelen op de steenkool-verslaving van de Scott Morrison regering, die net als in dat andere brandende continent (Brazilië) geleid wordt door een lid van de evangelistische kerk (“Coal is God’s will").

Er is in Australië zonder meer een explosieve situatie in de making. Lees het relaas van deze wanhopige aussie-veearts die goed reflecteert hoe onherroepelijk dit schijnbaar langzame degradatieproces ineens drempelfuncties in werking zet waardoor de vee-situatie in haar praktijk totaal is gesloopt, en haar toekomst volledig is gemold. Uiteindelijk is het te herleiden tot het feit dat we tegen een kerndoelstelling van het Kyoto-protocol in, heel bewust met de kwetsbare groeiomstandigheden van al het levende op onze aardbol zijn gaan kegelen.

Hoe zijn we daar ingetuind?

Naar mijn idee doordat we in ons klimaatdenken rondjes zijn gaan draaien onder twee dwaallichten.

Het eerste dwaallicht

Het eerste dwaallicht hangt boven de doelvariable (= opwarming = klimaatdynamiek), en zorgt er voor dat we diens capriolen ernstig onderschatten. We zijn die capriolen als een gradueel lineair proces gaan afschilderen. Een klein lief beertje dat heel langzaam zou groeien. Waar we eventueel ook altijd nog een hokje om heen kunnen bouwen. Dat beeld, tot nu toe gehanteerd door zowel regeringen als het duurzaamheidsfront, dat we de verandering voorbij 1½ graad stijging verderop met enkele grote aanpassingen nog wel op kunnen vangen (dijken bijvoorbeeld), dat we ons op dat langzaam aflopende vlak staande zouden kunnen houden, is perepulp. Er is geen verderop. We moeten ons voor de streep van 1½ graad doodvechten want er voorbij zal niets anders bestaan als hel en verderf. De klimaatdynamiek is zo explosief als een bom. Zie het ijselijke Lenton artikel in Nature. Of het korte interview met Rockstrom van het Potsdam Institute. En kijk wat er in Australië gaande is. Daar tekent zich bijvoorbeeld af dat al het vee zomers gekoeld zal moeten worden om ze in leven te houden.

Dit eerste dwaallicht veroorzaakte veel speling en geleidelijkheid in de voorspelde klimaatdynamiek, en rechtvaardigde daarmee discussies en onderhandelingen over te kiezen mitigatie-trajectoren. Zelfs de recente onderhandelingen in Madrid straalden nog uit dat men elkaar onder druk kon zetten met een keuze voor 1½ dan wel 3 graden. Natuurlijk weet iedereen al 30 jaar dat dit complexe nonlineaire systeem propvol terugkoppelingen, exponentiële, en drempelfuncties, snel kan derailleren, exploderen zelfs. Maar ja, met energie en techniek hebben we een wereld vol samenwerking georganiseerd. Dus wat lag er meer voor de hand dan dat we dachten dat we de opwarming ook samen zouden kunnen gaan temmen. We wilden iedereen binnen de boot houden, al wisten we van het begin af aan dat we over levensinvullingen en verdienmodellen aan het onderhandelen waren die elkaar ten ene male uitsloten. Hielden dat dus maar zorgvuldig buiten de orde, en probeerden elkaar daaromheen te lijmen. Het zou gradueel erger worden. Honderden jaren duren. De vlam zou zomaar niet in de pan slaan. Nou, vergeet het maar echt.

Het tweede dwaallicht

Het tweede dwaallicht hangt boven de regelbare variabelen, en zorgt er voor dat we chronisch de uitstootvermindering van de inzet van high-tech overschatten. Het is het sprookje dat we zeker onze totale fossiele energie input door emissieloze energie kunnen vervangen zonder dat we wezenlijk hoeven in te boeten op de bandbreedte van keuzen die nu onze levensstijl heerlijk maakt.
Er zitten drie blinde vlekken onder: In de eerste plaats is de kernrol die energie speelt in het maatschappelijke knikkerspel om dagelijks brood van het begin af aan volledig onderschat. Energie is een wapen in het economisch verdringingsverkeer. De link naar de functie die energie in ons bestaan vervult, is dus niet gelegd. Daardoor is de drift achter dit grijpen naar energie, en dus de geweldige duwkracht achter het steeds massiever worden van de wereldwijde uitstoot, waardoor aan de randen van het versneld invoeren van duurzame energie nog steeds gegrepen wordt naar bergen fossiele energie, nooit onder ogen gezien. In de tweede plaats is het weliswaar zo dat het eerst dwaallicht veroorzaakte dat je in de tweede kon geloven, er zou immers nog uitstootruimte zijn om de energie-transitie te volbrengen, maar dan moest je wel bereid zijn de uitstoot van die transitie uiterst halfslachtig in te schatten, d.w.z. ruim om het merendeel van de infrastructurele emissies heen te zwemmen. Aan al die technische foefen (elektrisch rijden, waterstof, biogas, biomassa) kleeft het algemene manco dat ze "mijn" emissies verminderen maar "de" emissies vermeerderen. Investeerders, professionele bedenkers van innovatieve producten, en de dikke schil van marketing en consult daar omheen blijven daarmee valse hoop in het energieverslaafde publiek pompen. Hun truc is klimaatoplossingen zo partieel te presenteren − qua omgevingscondities en effecten − dat ze lichtvoetig de massa tot meer en steeds verder blijven aanmoedigen. In de derde plaats is het beeld dat daarmee een emissieloze evenwichtsituatie bereikt kan worden, vals. Je moet in die transitie ongelooflijk veel energie-producerende outillage, infrastructuur, energie-gebruikende machinerie, en vervoersmiddelen totaal opnieuw produceren en aanleggen. En wordt je daarna emissieloos? Natuurlijk niet. Mijnen, havens, transport, raffinage, aluminium-, staal-, en kunststof-productie zijn allemaal onmogelijk zonder inzet van hele grote stromen fossiele input. De ernstigste en snelst groeiende emissies − die van lucht- en scheepvaart − tel je so wie so al niet mee in dat 'emissieloze' plaatje, plus dat tegelijkertijd de CO2-opnamecapaciteit van zeeën, bossen, en vegetatie onder je kont instort omdat je er tientallen jaren over gaat doen. Al met al dus een dwaallicht van jewelste. Toch blijft dit sprookje zelfs van de meest vooruitstrevende klimaatplannen, zoals de Green Deal, de bodem vormen.

De lieve vrede

Waarmee ik nu even aan de hand van een recent interview met John Kerry op CNN over de Madrid uitkomsten, de vinger ga leggen op de oorzaak achter onze behoedzame schuifelgang naar de rand van de afgrond gedurende de afgelopen 20 jaar, in het schijnsel van de twee dwaallichten.
In dat interview zegt hij op een gegeven moment: "We moeten polarisatie op het punt van de klimaataanpak vermijden". Puur gelul en volslagen funest, volgens mij. Ook precies de oorzaak van 20 jaar dwalen. Waarom?

Kijk, het is vrij dom om in een onderhandeling van een mug een olifant te maken, en zo te polariseren. Maar in ernstige situaties is het totaal funest als je om niet te polariseren van een olifant een mug gaat maken. In relaties is dit een bekende valkuil waardoor mensen jaren en jaren van hun samenzijn ten diepste kunnen verpesten. Opgesloten in een krampachtige strategie van de vermijding snappen ze op het laatst zelf niet meer waar ze omheen zijn gaan draaien. Locked up. Door deze schijterige consensus-houding op het klimaat toe te passen, omdat we allemaal van het begin hebben aangevoeld dat er een bom conflictstof in besloten lag die enorme repercussies kon hebben voor al onze onderlinge relaties, hebben we in ons denken een no-go-zone in acht genomen en zijn we via die strategie van de vermijding noch tot een valide beeld van de werkelijke spatsen van het monster gekomen, noch verder gekomen met het ontdekken van hoe we er samen de stekker uit zouden kunnen trekken. Ons denken draait rondjes van wishful thinking binnen de kooi van de dingen die we persé heel willen houden, zoals de internationale en maatschappelijke verhoudingen en onze levensstijl. Volslagen locked up.

Het korte relaas van Norm Sanders over het neerstorten van de Lion Air Boeing Max illustreert perfect hoe dat werkt. De vrij onervaren piloten blijven om hun eigenbeeld van 'high-tech pilote' heel te houden koppig met de app interacteren die hun plane verkeerd bijstuurt, tot ze crashen.
Tijdens de vorige vlucht van ditzelfde toestel was toevallig een oudere piloot als passagier aan boord, die op een gegeven moment de crew − ook die was gefixeerd op techniek met de app aan het worstelen − overhaalde om gewoon de stekker uit de app te trekken en hands-on verder te gaan. Toen crashte het toestel dus niet.
Ja, zo eenvoudig kan het zijn, vrienden.

Dus welke stekker moeten wij....?

Tja, het is zonder twijfel onze high-carbon leefstijl waar de stekker uit moet. Die leefstijl minimaliseren tot de essentalia om in leven te blijven, namelijk voeding, behuizing, en gezondheid, en de rest helemaal opgeven. Als we dat massaal doen, is de nu noodzakelijke noodstop op fossiele energieproductie en gebruik in enkele jaren realiseerbaar. Kunnen we de leefstijl zo totaal downsizen?
Ja het kan, als we bereid zijn de confrontatie aan te gaan.

In de eerste plaats ophouden met ons groot te houden. Het relaas van de wanhopige veearts (zie hierboven) laat zien hoe dat kan. Ze gooit een steen in de vijver. Geeft haar hele hebben en houden bloot. Ze confronteert zich, en ook ons. Maakt ruimte. Voor ruzie? Ja maar ook voor liefde. En een rondje janken kan geen kwaad.
In de tweede plaats inzien dat je de globale energievretende afhankelijkheden van personen nooit kan verminderen, als je niet tegelijkertijd hun toegang tot lokale middelen van bestaan sterk aanwakkert en vrij maakt van lasten. Tja en dat betekent ruzie, zowel internationaal als nationaal. Heel erg, maar het moet. Zelfs Thomas Picketty stelt recent vast dat gelijk opdelen van de activa onontkoombaar is als je massaal naar een sobere leefstijl wilt overschakelen.

En iedereen die niet wil, uitschakelen of afkoppelen? Ja, inderdaad. De olie-landen bijvoorbeeld. Gewoon niks meer van kopen. Techniek en gereedschap hebben we nog voor dertig jaar genoeg als we er zuinig mee omgaan, kijk maar hoe het Cuba ook lukt low-tech al het essentiële overeind te houden zonder veel invoer. Eerst uit deze nachtmerrie van finale afbraak van vis-, dier-, boom-, plant-, en essentiële menscondities. Geef mensen territoir om uitstootloos te gaan. Zij die nu de middelen van bestaan exploiteren hebben laten zien hoe het uiteindelijk dood loopt als je vanwege het wedstrijdkarakter voortdurend blijft specialiseren, expanderen en innoveren om je evenwicht en je positie te behouden. Er is een acute noodstop nodig. Dus verdeel die middelen. Wijs grond, gebouwen, rechten, bronnen, gereedschap en materialen zonder lasten aan jongvolwassenen toe voor de duur van hun werkzame leven, bevolk de ruimte, help de aardse ademhaling weer aan de gang, zorg voor al het kwetsbare als het zichzelf uit zaad, ei, en moeders werkt, geef het voedsel en water, steuntjes, en houdt er een oog op. In die houding met het klimaat omgaan is ons enige wapen om het weer rustig te krijgen. Het klimaat heeft zorg van handen nodig om niet te ontsporen, en de mens heeft het nodig de handen te gebruiken om zijn denken in de pas te laten lopen met voelen en handelen zodat zijn verstand qua validiteit en moraliteit binnen de lijnen van de levensvatbaarheid blijft.

Voorbeeld Sydney

Leg voorbij de perimeter van groot Sydney een groene gordel van 100 km diep het binnenland in. Ja, ik weet het, er liggen bergachtige parken, maar daar kun je om heen, en zuidelijk het vlakke zoeken. De watertoevoersituatie van die streek is vrij riant (qua rivieren en meren), en dus kun je die gordel voorzien van een rijke waterdooradering. Dan heb je ongeveer 50.000 km² oppervlakte, dat is 5 miljoen hectare, buiten de stad. Daarmee kun je ieder gezin uit groot Sydney ruim twee hectare land toewijzen, waarop ze fruit en groente kunnen verbouwen zonder inputs als ze er wat kleinvee bij houden voor bemesting en wat zuivel en vlees. Zo’n radicale regionalisering lost niet alleen op dat je het brandgevaar tot ver buiten de stad kwijt raakt, je remt ook de huidige biodiversiteit-collapse, en dempt de internationale tegenstellingen rond klimaat, omdat deze oplossing ook voor arme landen haalbaar is, en hen niet in de zak schijt, en dus niet nog woester, tegendraadser, en wanhopiger maakt.

Is confrontatie erg?

Het is erg veel beter als gokken op high-tech, of wanhopen om uitzichtloosheid, lijkt mij. Hoopvol bezig zijn doet leven, en heelt alle wonden. Ik heb op verschillende plaatsen geschetst hoe autonoom toegankelijkheidsbeleid geïmplementeerd kan worden zonder in archaïsche toestanden te verzeilen. Het draait om het wijzigen van enkele wetsregels m.b.t. bezit-transmissie en bezit-gebruik, en het limiteren van de verhandelbaatheid en stapelbaarheid van bezit. Daarmee trek je meteen de angel uit het onfatsoen van de geldmacht, omdat grote reserves niet meer gevormd worden. Ondertussen is van communisme geen sprake. Overheden kunnen juist sterk inkrimpen omdat een consequentie van autonomie en zelfvoorziening is dat onderlinge stromen en verkeer nihiel worden, en het sturen op inkomen wegvalt.

Bedenk ook dat als we toch in het holscenario terecht gaan komen, we beter nu af kunnen rekenen met de luitjes die het verrekken om ons spelletje gelijker en veiliger in te richten daar ze persé de vrijheid willen houden een grotere hap uit de taart te nemen dan anderen. Beter nu de toegang tot bestaansmiddelen uit hun beslissingsruimte halen want als die toegang binnenkort dramaties gaat degraderen, moeten we niet verwachten dat ze die degradaties voor zichzelf incasseren en ons blijven pamperen. Ze zullen ons in hitte- en rookvrije containers onder de landingsbanen van hun privé-jets nog enige tijd in leven houden tot één van hun robots beslist dat het verstandiger is om de stekker eruit te trekken. Zo eenvoudig kan het gaan, vrienden.

Let wel, met dat 'afrekenen' doel ik niet op geweld, maar op het stilleggen van alle mentale en materiële wisselwerkingen waarmee we hun posities nu riant in de lucht houden, door zowel het vertrouwen in hun besluitvorming en visies op te zeggen als massaal en definitief uit hun klantenkring te vertrekken.

j. nijssen, 2020

Dit artikel is begin januari geschreven. Het staat sinds 5 januari ook op duurzaamnieuws.nl